Er was eens een arme molenaar met een prachtige dochter. Op een dag ontmoette hij de koning en om zich een zekere aanzien te geven vertelde hij: "Mijn dochter is zo mooi en knap, ze kan zelfs van stro goud spinnen". De koning sprak tot de molenaar: "Als uw dochter zo knap is als u zegt, breng haar dan morgen naar mijn paleis, ik zal haar op de proef stellen." De volgende dag werd de molenaars-dochter naar het paleis gebracht. De koning leidde haar naar een kamer gevuld met stro. Hij gaf haar een spinnenwiel en een haspel en sprak: "Ga nu maar aan het werk en als je tussen vannacht en morgenochtend dit stro niet tot goud gesponnen hebt, dan moet je sterven." Vervolgens deed de koning de kamer op slot en de molenaars-dochter bleef alleen achter. Het meisje was ten einde raad, ze had geen idee hoe ze van stro goud moest spinnen. Haar angst groeide en barstte in tranen uit!Plotseling verscheen er een klein mannetje en sprak: Goedenavond, molenarinnetje, waarom huil je zo?" "Ach," antwoordde het meisje, "ik moet van stro goud spinnen en dat kan ik niet."Het mannetje sprak: "Wat geef je mij, als ik het voor je spin?""Mijn halsketting," zei het meisje.